Plantago lanceolata, de Weegbree
Plantago lanceolata, de smalle Weegbree
Voetstap van de mens
Langs wegen en paden staat de weegbree, een algemeen bekende en veel voorkomende plant. Hij lijkt op een gras, maar is het niet. Opvallend is de donkere aar met een wit kransje van meeldraden. De weegbree is een zg. tredplant. Hij kan tegen betreden, tegen geplet worden. In het Duits heet hij Wegerich. De uitgang “-rich” komt het Germaanse, “rik”, dat vorst, koning betekent. De weegbree is de koning van de weg.
Zijn zaden hebben een slijmlaagje waardoor ze bij nat weer blijven plakken – aan de voet van de wandelaar. Zou verspreidt hij zich. De naam plantago heeft te maken met planta =voetzool en ago=handelen. Vrij te vertalen als “waar de voeten gaan”. De weegbree volgt de voetstap van de mens.
Westerlingen die naar Amerika emigreerden namen hem ook mee; de indianen noemden de weegbree “de voetstap van de blanke man”. Vanuit Europa en West-Azië heeft de weegbree zich over de hele wereld verspreid. Hij is niet kieskeurig, kan op drogere en licht zure bodem staan, maar heeft voorkeur voor een rijke voedingsbodem. Bermen zijn ook voedselrijk.
Er zijn meerdere Plantago-soorten, met name ook de grote weegbree, die brede bladeren heeft. We bespreken hier vooral de smalle weegbree.
De weegbree heeft een rozet van bladeren, waaruit een aantal lange stelen met aren komen. Hij een stevige wortelstok van waaruit ieder jaar nieuwe planten tevoorschijn komen. De bladeren hebben gladde randen, staan vaak tamelijk rechtop, en hebben 3-7 parallelle nerven. De stengels zijn taai en stevig, tot 50 cm hoog, met over de lengte 5 groeven; ze zijn niet geheel recht en buigen bovenaan vaak iets af.
De bloeiwijze, de aar is zwartbruin van kleur en bloeit met een krans van witgele, ver uitstaande meeldraden.
De witte krans trekt van onder naar boven. In het zwarte gedeelte komen eerst de stampers onopvallend tevoorschijn als glazige draden. Dan gaan de minuscule bloemetjes open met de genoemde witte meeldraden. Onder de witte ring blijft een rommelig lichtbruin gedeelte van uitgebloeide bloemetjes over waarin zich uiteindelijk zaden ontwikkelen. Al bloeiend wordt de aar iets dikker en steeds langer, tot wel 9 cm. Het is een windbloeier, maakt veel stuifmeel en daarmee een medeveroorzaker van hooikoorts. Bij vochtig weer trekken de meeldraden zich samen. In het begin van de bloei staat de aar vaak wat schuin. Het lijkt alsof hij iets zoekt, alsof hij wat rondsnuffelt.
Botanisch gezien is er iets bijzonders aan de hand. Oppervlakkig gezien is de weegbree net een gras met zijn aar, windbestuiving en parrallelnervig blad. Grassen zijn eenzaadlobbigen, in de evolutie voorgangers van de tweezaadlobbigen. Plantago is een tweezaadlobbige plant. Parallelle nerven zijn dan vrij ongewoon. De weegbree toont zich in een oud jasje van de eenzaadlobbigen, maar met nieuwe kwaliteiten van de tweezaadlobbigen. Er zit meer dynamiek en karakter in dan bij grassen te zien is. De weegbree is als het ware een bezield gras.
Hoog aanzien
In de oudheid stond hij in hoog aanzien als geneesplant bv. voor bloedingen, wonden en diarree door zijn uitdrogende en samentrekkende kracht. Het sap druppelde men in oren en ogen als daar klachten waren. In de Middeleeuwen behandelde men ook klierzwellingen, slangenbeten, maagklachten, krampen en slijmerige ontstekingen met de weegbree.
Ook nu nog staat de weegbree in de belangstelling. In 2014 was hij in Duitsland de geneesplant van het jaar.
De weegbree bevat veel kiezel, wat ontstekingswerend werkt. Daarnaast bevat hij stoffen met een antibiotische werking z.g. Aucubines. Verder looistoffen met een samentrekkende werking en slijmstoffen die verzachten en harmoniseren.
Huismiddel en geneesmiddel
Bij irritatie door een brandnetel of pijn door een wespensteek kan men ter verzachting een gekneusd weegbreeblad op de plek leggen. Bij kiespijn kan men een blad kneuzen en bij de zere kies plaatsen. Ook bij oorpijn kan een bolletje gekneusd blad of nog beter het sap ervan in het oor gedaan worden. (ook dit kan kiespijn verzachten). Bij blaren aan de voeten door lange wandelingen doet men ter verlichting wel het blad van de grote weegbree in de schoen.
Een andere plantagosoort, Plantago ovata c.q. psylii geeft psylliumzaden die een goed en veilig laxeermiddel zijn.
Plantago bronchiaalbalsem is een goed middel voor verkoudheid en hoesten bij kinderen en baby’s; mild en werkzaam.
Een antroposofisch toepassing van de weegbree is het preparaat plantago/primula cum hyoscyamo voor spierzwakte.
Volgt de mens
Er is wel geschreven: “de weegbree staat precies daar, waar men hem nodig heeft. Vrijwel alles wat een reiziger onderweg kan overkomen, verzacht en geneest hij: ongevallen, bloedingen, steken, schaafwonden, snijwonden, blaren, zonnebrand, insectenbeten en huidirritaties”. Hier zijn aan toe te voegen kiespijn, oorpijn, luchtweg- en urineweginfecties.
Licht en donker
Geneeskrachtige planten laten vaak iets bijzonders zien. Aangezien een plant alleen met zijn vormen en geuren en kleuren kan spreken, is het goed om zich daarop te bezinnen. Wat wil dat bijzondere uitdrukken? Bij de weegbree is het deze lichtkrans die over het donkere deel van de aar trekt. Een soort omgewoelde aarde blijft achter. Deze lichtring die over het donkere trekt kan een beeld zijn voor het doorlichten van de stofwisseling, reinigend, vormend en kalmerend.
De weegbree is onopvallend en markant tegelijk. Hij is een beeld voor veerkracht, taaiheid, doorzettingsvermogen en weerstand. Hij volgt de mens niet alleen op zijn pad, maar ondersteunt hem ook daarbij als een kameraad.
Huib de Ruiter