De longen
De Longen
In de innerlijke mens zijn er vier grote zeer belangrijke organen, namelijk het hart, de longen, de lever en de nieren. En een van deze organen is het meest direct met de buitenwereld, de aarde wereld verbonden. Dat is de long. Die maakt direct contact met de buitenwereld.
Van de vier organen zijn de longen het grootst. Van deze vier organen gelden de longen als het aarde orgaan. De long heeft natuurlijk ook alles met lucht te maken, maar gek genoeg is het ook een heel aards orgaan. Waar zie je dat aan? Er zijn een paar bijzondere kenmerken.
Dat er niet alleen bloed maar ook lucht in en uit stroomt maakt de longen uniek ten opzichte van de andere organen. Daarmee is er een direct contact met de buitenwereld. Doordat de buitenlucht naar binnen komt is de long ook nog eens het koelste orgaan.
Een long is deels een zacht orgaan om te voelen, maar heeft ook een vrij hard gedeelte:
de luchtpijp met het strottenhoofd is heel stevig, met ringen van kraakbeen. De andere organen hebben geen kraakbeen!
De harde luchtpijp vertakt zich steeds verder totdat uiteindelijk de longblaasjes in zicht komen. Er zijn er wel 400 miljoen. Ze zijn heel dun en zacht.
De linker long omsluit het hart en heeft maar 2 lobben de rechter long heeft 3 lobben. Deze lobben van de longen zijn op zich weer verdeeld in totaal 18 kleinere delen. De longen zijn dus sterk geleed, sterk doorvormd. Hardheid, koelte en geleding zijn aarde kwaliteiten.
Er zijn twee longen. Het meeste boven in in het menselijk lichaam, in de bovenpool van de mens is symmetrisch. Beneden in de buik, in het stofwisselingsgebied, heerst asymmetrie. In de bovenpool heerst vorm en vastheid, in de onderpool oplossing en beweging.
Borstkas
De inademing ontstaat door ingrijpen van spieren. Het samentrekken van
spiertjes tussen de ribben geeft een verwijding van de borstkas. Door tegelijkertijd samentrekken van het middenrif beweegt die naar onderen en daardoor wordt de borstkas ruimer. De ribbenkast behoort in zekere zin tot de longen, aangezien die zonder deze harde omhulling niet zouden kunnen functioneren. Merkwaardig dat een orgaan werkt door de beweging van botten!
Onderdruk
De uitademing vind passief plaats, mede door de elasticiteit van de long. De long is elastisch en trekt als elastiek aan de ribben. Buiten het lichaam zouden de longen ineen schrompelen.
De long is als het ware tegen de ribben geplakt. Dit komt tot stand door onderdruk. Tussen de longvliezen (de pleurae, denk aan pleuritis) heerst onderdruk. Zou er een gaatje in de borstkas ontstaan bijvoorbeeld door een steekwond, dan is de onderdruk verdwenen en klapt de long door zijn elasticiteit samen: een klaplong. De long “hangt” dus in de borstkas. Er heerst onderdruk in de minimale “ruimte” tussen de longvliezen en de vliezen van de borstkas.
Waar druk een fenomeen van het hart is, is onderdruk een fenomeen van de long.
Lucht en bloed
Tegenover het harde van de luchtwegen staat dus als polariteit het zachte van de longblaasjes. In de longblaasjes komt het contact tussen lucht en bloed tot stand. Een mens ademt 7,5 liter lucht per minuut, waarvan 5 liter de longblaasjes bereikt. Per minuut stroomt 4,5 liter bloed door de longen. De oppervlakte van de longblaasjes is ongeveer 70 – 110 m2.
Ieder longblaasje is omgeven met een netwerk van kleine bloedvaatjes. Longblaasjes omgeven door bloedvaatjes. Op een oppervlakte van gemiddeld 9 bij 10 meter wordt 5 liter bloed verdeeld, in een laagje van 0,05 millimeter dik en dat komt in contact gebracht met een ongeveer even dik laagje lucht. Het leidt tot een een intensieve gasuitwisseling. Een betere manier om de ademlucht in contact te brengen met het bloed is niet denkbaar.
Kosmisch ritme
Het ademhalingsritme is verbonden met een kosmische ritme. Een mens haalt idealiter per minuut 18x adem. Dat is per dag 18 x 60 x 24 = 25920 maal. Dat is net zo vaak als de lentezon in jaren nodig heeft om door de dierenriem heen te gaan. De lentezon is de zon die ieder jaar op 21 maart opkomt; dan staat hij op het lentepunt, in een bepaald dierenriemteken; dat lentepunt verschuift door de jaren heen. Na 25920 jaar, een zg platonisch jaar, staat de zon in de lente weer op hetzelfde punt. Dus de menselijke dag is qua ademritme een afspiegeling van de rondgang van de lentezon door de dierenriem.
Nu zijn dag en nacht zelf ook een soort ademritme. Als we uitgaan van een ideale gemiddelde leeftijd van 72 jaar, dan leeft de mens in zijn leven 72 x 365 = 26280 dag-nacht ademhalingen. Dat komt heel dichtbij dit kosmische ritme. Dat komt heel dichtbij dit kosmische ritme. Natuurlijk leven we tegenwoordig langer en in andere werelddelen vaak korter. Het gaat hier om een oerbeeld.
De ziel en de long
Van de longen kun je redelijk wat gewaarworden, van het hart veel minder en lever en nieren zijn onbewust. De longen zijn aan te sturen, de ademhaling is binnen grenzen te beïnvloeden, zoals bij spreken en zingen ed. Het zieleleven van de mens is heel direkt aan de long gekoppeld.
Bij schrik stokt de adem in de keel. Met ingehouden adem kijken wij in spanning toe en halen dan opgelucht adem. Je kunt stikken van woede, maar ook van het lachen. Bij allerlei soorten emotie slaken we kreten.
Als een mens geboren wordt, begint het leven op aarde met een inademing. Als een mens sterft, eindigt dit leven met een uitademing. Met de adem volgt de ziel. Wat wij de ziel of de psyche noemen duidt oorspronkelijk op de ademhaling. Ons woord psyche komt uit het Grieks: psycho=ik adem. Met de adem komt de ziel op aarde; en de adem trekt in het aarde orgaan, de long. De long is als een vat voor de ziel.
Psychologie en angsten
In het aardse zijn er duidelijke grenzen. In water zijn geen grenzen, laat staan in lucht en vuur.
Met de long zijn aardse vormkrachten verbonden. Die geven ook de kracht tot helder denken. Heldere denkers beschikken over goede long-krachten. Dit heldere denken kan ook eenzijdig worden. Het kan verder gaan en tot abstract denken leiden en uiteindelijk zelfs tot vastzittende gedachten, tot dwanggedachten.
Dwanggedachten zijn vaak met fobieën verbonden. Bij dwang en fobieën zijn de longkrachten te sterk en is er tegenwicht nodig, ofwel er zijn oplossende krachten nodig. Bijvoorbeeld vanuit de lever, waar doorwarmende en oplossende krachten vandaan komen.
Angsten als ruimtevrees en hoogtevrees ontstaan ook vanuit de longen: het gaat om een verstoorde relatie met ruimte, met de omgeving.
Iemand die een longconstitutie heeft zal meestal heel netjes en ordentelijk zijn, in de vorm zijn.
Er is vaak een zekere starheid en perfectionisme. Anderzijds is er ook wel vaak de tegenpool van vorm aanwezig: dan is er overgevoeligheid, sensitiviteit en eventueel ook hysterie (het overheersen van uitdijende krachten). In deze twee eigenschappen, vorm en overgevoeligheid, zien we terug wat de long als orgaan laat zien: het zacht-luchtige en het harde aardse zijn met elkaar verbonden.
Constitutie
Als een mens sterkere longkrachten dan gemiddeld bezit, werkt dat ook in het lichamelijke door. Het lichaam is goed gevormd en eerder wat mager dan gevuld. Dik worden zit er niet in. Het zijn de mensen die dagelijks twee borden eten op kunnen eten zonder een gram aan te komen. Ieder van de grote organen heeft een bepaalde relatie met de buitenwereld in de zin van honger, dorst en behoefte aan zuurstof. Vanuit de longen komt honger.
Therapie
De gezondheid van de longen is mede afhankelijk van de bodemgesteldheid. Soms verhuizen mensen van een klei- naar een zandbodem en komen zo van hun chronische bronchitis af. Voor de long is van belang dat bij lichamelijke arbeid oververmoeidheid wordt voorkomen. Dan nemen de levenskrachten teveel af en komt de long ‘droog te staan’. Levertherapie is daarbij van belang, aangezien long en lever elkaar in evenwicht houden qua opbouw(lever) en afbraak(long). Een goede nachtrust leidt eveneens tot versterking in de opbouw. Regelmatige olie-inwrijvingen (thymolie, eucalyptusolie, turfolie) kunnen het longgebied geleidelijk versterken. De metaalpreparaten die gunstig zijn voor de long zijn ijzer-, zilver- en kwikpreparaten.
Huib de Ruiter