Hieronder enkele artikelen over Antroposofie en antroposofische geneeskunde.
Hieronder enkele artikelen over Antroposofie en antroposofische geneeskunde.
We gebruiken cookies op onze website om u de beste ervaring te bieden door uw voorkeuren te onthouden.
OKInstellingenWe kunnen vragen om cookies op uw apparaat te plaatsen. We gebruiken cookies om ons te laten weten wanneer u onze websites bezoekt, hoe u met ons omgaat, om uw gebruikerservaring te verrijken en om uw relatie met onze website aan te passen.
Klik op de verschillende categoriekoppen voor meer informatie. U kunt ook enkele van uw voorkeuren wijzigen. Houd er rekening mee dat het blokkeren van sommige soorten cookies van invloed kan zijn op uw ervaring op onze websites en de diensten die we kunnen aanbieden.
Deze cookies zijn strikt noodzakelijk om u de services te bieden die beschikbaar zijn via onze website en om sommige functies ervan te gebruiken.
Omdat deze cookies strikt noodzakelijk zijn om de website te kunnen leveren, kunt u ze niet weigeren zonder de werking van onze site te beïnvloeden. U kunt ze blokkeren of verwijderen door uw browserinstellingen te wijzigen en alle cookies op deze website geforceerd te blokkeren.
Deze cookies verzamelen informatie die ofwel in geaggregeerde vorm wordt gebruikt om ons te helpen begrijpen hoe onze website wordt gebruikt of hoe effectief onze marketingcampagnes zijn, of om ons te helpen onze website en applicatie voor u aan te passen om uw ervaring te verbeteren.
Als u niet wilt dat we uw bezoek aan onze site volgen, kunt u het volgen hier in uw browser uitschakelen:
We gebruiken ook verschillende externe diensten zoals Google Webfonts, Google Maps en externe videoproviders. Aangezien deze providers persoonlijke gegevens zoals uw IP-adres kunnen verzamelen, kunt u deze hier blokkeren. Houd er rekening mee dat dit de functionaliteit en het uiterlijk van onze site sterk kan verminderen. Wijzigingen worden van kracht zodra u de pagina opnieuw laadt.
Google Webfont Instellingen:
Google Map Instellingen:
Google ReCaptcha Instellingen:
Vimeo and Youtube video embeds:
U kunt in detail lezen over onze cookies en privacy-instellingen op onze pagina met het privacybeleid.
Privacy
Het wezenlijke van de mens
in Antroposofie en antroposofische geneeskundeHet wezenlijke van de mens
In de antroposofische geneeskunde wordt op een bepaalde manier gedacht over de zieke en de gezonde mens. Er worden vier gebieden onderscheiden: de geest, de ziel, het etherlichaam en het fysieke lichaam. In de reguliere geneeskunde spreekt men alleen over het fysieke lichaam en de psyche. Men zou dus denken, dat zijn twee gebieden, maar dat is niet zo: de psyche wordt als een onlosmakelijk product van het lichaam gezien. Alles zit in het brein. Als een mens nadenkt, dan zijn de hersencellen actief, als een mens boos is gaat er adrenaline door het lichaam. Kortom: lichaam en psyche zijn één. Er is alleen materie en verder niets.
In de antroposofische visie ligt dat anders: lichaam en psyche zijn weliswaar intensief met elkaar verbonden, maar zijn beide totaal anders van karakter. De psyche kan heel goed zonder lichaam bestaan. In de slaap scheiden psyche en lichaam zich tijdelijk, met de dood scheiden ze definitief. De psyche wordt antroposofisch verder onderscheiden in ziel en geest. De geest is de kern van de persoonlijkheid die alles stuurt, de ziel is de verzameling van gevoelens, emoties, begeerten, behoeften enz. die in ons innerlijk werken.
De vier wezensdelen
Het lichamelijke wordt ook nog eens onderscheiden: in een etherlichaam (een soort energetisch) en een fysiek lichaam. Deze onderscheidingen resulteren in een 4-ledig beeld van de mens en geeft een ruimer inzicht in ziektes en de mogelijke therapie daarvoor. De vier lagen moeten evenwichtig op elkaar inwerken. Bij pijn en moeheid bv. zijn de verhoudingen verstoord. Als de ziel bijvoorbeeld te sterk op het lichamelijke inwerkt leidt dat tot pijn. Bij moeheid is het etherlichaam verzwakt en is er een overwicht van het fysieke lichaam.
De mens heeft dus vier gebieden: de Geest, de Ziel, het Etherlichaam en het Fysiek lichaam
We gaan de verschillende gebieden eerst kort omschrijven.
Het etherlichaam cq het energielichaam.
Wat is nu het etherlichaam? Dat is het eigenlijke levende. Het ook wel het levenskrachtenlichaam genoemd. Wat men tegenwoordig wel het energielichaam net komt wel in de buurt. Het is een soort krachtenveld dat het fysieke lichaam opbouwt en in leven houdt. Het etherlichaam is de architect van het fysiek lichaam, en het is nog verfijnder. Tot in de kleinste structuur, zoals bv het DNA (de genetische code) vormt het de substantie en houdt het in stand. De informatie die in het DNA zit komt dus van het etherlichaam. En verder worden ook alle biologische processen, alle levensprocessen zoals ademhaling, bloedsomloop, groei en dergelijke door het etherlichaam gestuurd. Zodra het etherlichaam los komt van het fysiek lichaam, komt alles tot stilstand. Dan treedt de dood in. Het fysiek lichaam komt tot verval.
Plant: Etherlichaam en Fysiek lichaam
Het etherlichaam is ook in planten zichtbaar. Die leven ook. Mineralen daarentegen hebben geen etherlichaam – die groeien niet (worden alleen groter), verwelken niet, hebben geen zon nodig, planten zich niet voort etc. Planten groeien en bloeien. Ze hebben een sterk etherlichaam, een sterke vitaliteit. Snoeien van een struik tot aan de grond is geen probleem. Na enige tijd zijn er weer vele nieuwe takken; soms juist meer dan daarvoor. Een beschadiging geeft een soort genezingsreactie: bv. een plek waar een tak van de boom is afgezaagd wordt op den duur omsloten, trekt dicht. Als een wond die geneest. Het etherlichaam heeft ook alles met genezing te maken. Deze vitale krachten kunnen het lichaam helpen herstellen. Voor de genezing van ziekten bij de mens geldt dan ook: hoe kunnen we het etherlichaam versterken?
Ziel en Geest
De menselijke psyche heeft twee lagen: de ziel en de geest. Deze begrippen klinken wellicht wat ouderwets, maar zijn heel bruikbaar. De ziel betreft datgene, wat verwant is met het leven en bewustzijn van dieren: bewegen, horen en zien, angst, begeerten, stress enz.
De mens heeft dat ook in zijn ziel, maar dan wel in menselijk vorm.
Het dier heeft geen geest, de geest is het typisch menselijke. Bijvoorbeeld het vermogen tot denken, problemen oplossen, zelfbewustzijn, nee zeggen, grenzen stellen, humor, vrije wil, herinnering, geweten enzovoorts.
Mens en Dier
Nu zullen sommige mensen denken: dat zijn eigenschappen die dieren ook hebben. Wij mensen zijn niet anders dan dieren. Met name wetenschappers verklaren nog regelmatig dat de mens niets meer één van de diersoorten is. Soms wordt het bewijs daarvan geleverd met observaties. Een klassieke observatie is dat een aap een stok gebruikt om iets van eten te pakken te krijgen; een oplossing net als wij mensen: gereedschap gebruiken. Soms is het beter wat minder geleerd te zijn om belangrijke verschillen in het leven te kunnen zien. Er is een soort blinde vlek voor het immense verschil tussen mens en dier. Is het ooit denkbaar dat een aap uit de krant voorleest, of een schaap een opera bezoekt? Om van lagere dieren en menselijke cultuur helemaal maar niet te spreken. In de dierenwereld leeft wel een grote wijsheid. Iedere diersoort heeft daarbij zijn eigen speciale wijsheid, zijn eigen wereld. Maar die wijsheid zit ‘ingebakken’, is instinctief, daar is geen schoolopleiding voor nodig geweest, en er is geen zelfbewustzijn aangaande die wijsheid. Veranderen kan dan ook niet, een koe kan zich niet als een hond gaan gedragen. Om nieuwe dingen te leren en zich te ontwikkelen is alleen de menselijke geest in staat.
Een dier leeft in een eigen wereld en kan geen nee zeggen. Wij mensen kunnen dat wel; we kunnen zeggen: ik doe dit of dat nu niet, al zou ik graag willen, want nu is er iets belangrijkers. Een mens stuurt zichzelf aan de hand van inzicht, van een planning, vaak ook aan de hand van het geweten. Een dier doet alles instinctief, zonder bewust overleg. Kan een dier denken? Nee! Als je de kat aanwijst waar het lekkere hapje ligt, kijkt hij hoogstens naar je vinger. Als de kat s’avonds laat naar buiten wil, kun je honderd keer zeggen: doe nu maar niet, want het wordt koud vannacht, en straks kun je er niet meer in; zonder aarzelen gaat hij naar buiten en staat de volgende ochtend jammerend voor de deur te wachten.
Het verschil tussen mens en dier is groot. Het is een kwestie van steeds weer observeren, dan wordt het duidelijk. Vaak herkennen we iets in een dier. Een bekende antroposofische arts, Leen Mees, heeft een boekje geschreven: ‘Dieren zíjn wat mensen hébben’. Alles wat als zielekwaliteiten in de dierenwereld leeft, heeft de mens in zich – in menselijk gematigde vorm. Het matigen, vermenselijken, is een werking van de geest. De ziel is als een stel paarden die de teugel van de koetsier nodig hebben.
In onze tijd zien we een oplaaien van de strijd tussen heftige emoties van de ziel en het menselijke bezonnen oordelen. Ook in onszelf kunnen we dat waarnemen. De media dagen ons ook graag uit met nieuws dat ons verontwaardigt. Met ons ik moeten we vervolgens zien te relativeren, het ook van een andere kant proberen te zien, misschien ook begrip te hebben voor de boosdoener. Wie eerlijk naar zichzelf kan kijken kan heel anders naar de wereld kijken.
Versterking van het etherlichaam
Hoe kan het inzicht in deze vier gebieden van de mens helpen om te genezen van een ziekte of om gezond te worden en te blijven? Het eerste is het versterken van het energielichaam, antroposofisch etherlichaam of levenskrachtenlichaam genoemd. Het etherlichaam is er niet alleen voor groei en vitaliteit, maar ook herstel en genezing. Met een gezond etherlichaam wordt een mens minder snel ziek en verloopt genezing voorspoediger. Vaak is het etherlichaam verzwakt geraakt. Als
we eerst eens naar het dagelijks leven kijken en het etherlichaam even beperken tot vitaliteit, dan is het duidelijk dat door de dag heen het etherlichaam verbruikt wordt door alles wat we moeten doen en willen doen. ‘s Avonds is er minder vitaliteit, het etherlichaam is verzwakt. ’s Nachts herstellen we van die vermoeidheid. Ziel en geest zijn niet actief, het etherlichaam kan tot zichzelf komen en herstellen. Goede nachtrust is dus een eerste voorwaarde voor het gezond houden van het etherlichaam. Een beroemde arts, Nostradamus, stelde heel lang geleden al dat het eerste om genezing te bevorderen bedrust was. Daar kunnen we nu nog iets van leren. Een andere versterking van het etherlichaam vindt plaats door de voeding. In goede voeding zitten goede etherkrachten en die stimuleren ons eigen etherlichaam. In flink bespoten en bemeste groente zit niet bepaald een overschot aan etherkrachten. Verder kunnen we ons etherlichaam versterken door het niet onnodig uit te putten. Vanuit onze ziel komen diverse ongezonde gewoonten die veel van onze vitaliteit vragen. Goede gewoonten versterken het etherlichaam.
Het etherlichaam gewaar worden
We kunnen leren ons eigen etherlichaam gewaar te worden. Als we bijvoorbeeld moe op vakantie gaan, komen we na enige tijd steeds meer tot rust (als het goed is). En dan kan het zelfs zover komen dat we ons weer heerlijk uitgerust voelen. We voelen ons gezond, vitaal.
Dan nemen we ons etherlichaam waar. Ook als we eens heel goed hebben geslapen kan dat vitale, gezonde waargenomen worden. En van deze ervaringen kunnen we leren steeds
meer onze innerlijke levenskrachten waar te nemen.
En dan kunnen we ze ook bewuster voelen wanneer ze tekortschieten. We hebben daar een zintuig voor, de levenszin. Bij veel mensen is dat slecht ontwikkeld.
Het waarnemen van de levenskrachten blijft overigens relatief oppervlakkig, we nemen niet het uiterst verfijnde werk waar wat die krachten tot in de fijnste processen van de lichaamscellen verricht. Gelukkig maar…
Kinderwereld
Een andere hulp om het etherlichaam te leren kennen is kijken naar het kleine kind. Dan kun je bijvoorbeeld zien hoe het kleine kind kan stralen. In dit stralen zien we het etherlichaam. Eigenlijk zien we dan iets niet-zintuiglijks. We zijn een beetje helderziend, zonder dat we het
weten, en dat geldt voor veel meer dingen in het leven. Een kind leeft in een andere wereld. Het is een wereld van beelden, fantasie, meer op gevoel en magie gebaseerd dan op ratio. Wie met kinderen speelt, ze voorleest, kan een beetje in die wereld komen.
Wij volwassen weten veel meer over de gewone zintuiglijke wereld; kleine kinderen hebben nog contact met de etherische wereld. Ook rond de geboorte van een kind werkt die andere wereld door. Er is een andere sfeer dan de dagelijkse realiteit. Met het sterven kan die sfeer
ook aanwezig zijn. Daarbij beleven we iets van de geestelijke wereld.
Het is de eerste laag van de geestelijke wereld, de etherwereld, maar er zijn nog andere, hogere gebieden.
De nachtwereld
In de winter komen we ook iets meer in de buurt van die sfeer. De avond valt al vroeg en dan staat daar de maan, veel uitdrukkingsvoller dan in de zomer.
De maan spreekt wellicht onze fantasie aan, is eigenlijk ook een vertegenwoordiger van de andere wereld. De maan is een richtingwijzer voor de geestelijke wereld, representeert de etherwereld. ‘s Nachts zijn we met ziel en geest in hogere werelden. Het fysieke en etherlichaam hebben we dan grotendeels losgelaten. We weten er niet van, omdat we als aardemens ons etherlichaam niet kunnen missen om ons bewust te worden. Bij het wakker worden is er een tussenmoment; het eerste contact met het etherlichaam. Dit allereerste contact ervaren we als dromen. Wordt het contact met het etherlichaam intensiever, dan zijn we wakker.
Huib de Ruiter